Flamingo

Een voorleesverhaal over veerkracht

‘Flamingo mist een poot en zijn poot mist hem’. Met deze zin start het boek, een voorleesverhaal over veerkracht. Flamingo was een held die linten en rozetten won omdat hij snel kon vliegen, kon steltlopen en krabben vangen. Hij moest zijn droom opbergen toen hij uit de lucht viel en zijn poot niet meer te redden viel.

Het boek is gebaseerd op het leven van triatleet Marc Herremans. Het is knap geschreven. Het verhaal is ontroerend, symbolisch en bevat meerdere lagen. Het gaat over vallen, opgevangen worden, opstaan en uitvliegen in verschillende betekenissen. Over hoe hulp toelaten van anderen toch zo moeilijk is. Deze thema’s zijn niet gemakkelijk maar ze worden speels en met hier en daar wat humor gebracht.  

Voor kinderen van vijf jaar is het verhaal echter te abstract en sluit het te weinig aan bij hun leefwereld. Er is regelmatig verduidelijking nodig. Het verhaal mist bovendien de spanningsboog die nodig is om de aandacht van kinderen vast te houden.

De illustraties van Marije Tolman zijn mooi gemaakt. Verschillende soorten vogels - zoals een dodo, een reiger en een pinguïn - worden herkenbaar en met oog voor detail weergegeven. Er wordt gevarieerd in materiaalkeuze en bladspiegel. Elke bladzijde geeft zo een andere sfeer weer. Je voelt de eenzaamheid in het begin van het verhaal. Flamingo staat helemaal alleen en zelfs de palmbomen treuren mee.  De combinatie van rood en felroze op de kaft oogt wat hard.