Fred en de (bijna mislukte) verjaardag
In dit inmiddels zesde deel van Fred, het eigenwijze hert, komt Fred er bij toeval achter dat Anton, de boswachter, jarig is. ‘Jarig zijn’ daar heeft Fred nog nooit van gehoord, dus licht Anton het hem toe dat je één keer per jaar blij bent dat je geboren bent. Maar blij ziet Anton er niet uit, want zonder verjaardagstaart en kadootje is er geen feest. Hoewel Fred het begrip ‘kadootje, een ding dat je niet hebt maar wel wil’ maar een vreemd mensending vindt, besluit hij iets aan het verdriet van Anton te doen. Hij vraagt raad aan Konijn, Uil, Eekhoorn en Muis. De dieren doen erg hun best maar hebben weinig inspiratie. Dat komt omdat ze dieren zijn, meent Fred. Dieren houden niet van dingen, dieren houden van dingen doen. Ze besluiten dan maar om Anton te vragen wat hij wil en trekken naar zijn huis. Daar ontdooit Anton bij het zien van het hele gezelschap en volgt er een wild feest.
Hoewel het verhaal heel eenvoudig lijkt, zit het vol kleine details die afwijken van de lieflijke verhaaltjes over dieren in het bos. De vertelstijl van Pépé Smit is helder, direct en ook een beetje eigenzinnig. Daarnaast ogen haar illustraties in het algemeen nostalgisch en misleidend kinderlijk. De dieren zien er als het ware bewust een beetje houterig uit, maar de expressie die vanuit hun antropomorfe lijfjes stroomt geeft hen iets aandoenlijks. Dat vormt een raak contrast met de nukkigheid die de stoppelige Anton uitstraalt. De sfeer kent een mooie opbouw, van nieuwsgierig mijmerend zoeken, naar een losbandig feest. Op dat feest wordt de verrassende woordspeling rond de ‘verjaardagstaart’ in de illustraties haast decadent voorgesteld: een beeld dat wellicht voor nodige hilariteit bij het voorlezen zorgt. De laatste prent waarop Hert en Konijn weer in het bos verdwijnen, zorgt voor de welkome rust na een amusant verhaal. Een verhaal dat misschien uitnodigt tot nadenken over de interpretatie van verlangen naar iets wat je niet hebt maar wel wil.