Gedwongen tocht
1600. In onze contreien woedt de Tachtigjarige Oorlog. De Noordelijke Nederlanden, bevrijd van het Spaanse juk, belegeren onze kuststeden. Hun aanvoerder is prins Maurits van Oranje. Rond Oostende en Nieuwpoort liggen Spaanse garnizoenen. Aartshertog Albrecht heeft het opperbevel. Samen met zijn vader rijdt Arnout met paard en kar vanuit Eeklo naar de markt in Gent. Ze stoten op het Staatse leger en worden gedwongen de legerkaravaan te volgen. Ze moeten de geuzen de weg wijzen door het kustgebied. De Noorderlingen en de Spanjaarden vechten met wisselend succes tegen elkaar. Arnout belandt met zijn vader in Nieuwpoort. Wanneer het Staatse leger zich terugtrekt, keren vader en zoon huiswaarts. Een bloedige episode uit een jarenlange oorlog wordt hier naverteld voor kinderen. Het kaartje voorin is nuttig bij het volgen van het strijdgewoel. Taalfouten ontsieren soms het verhaal: langsheen (langs) het leger; ze galopperen naar voor (naar voren).