Gigantosaurus
Vier jonge dinokinderen hebben in de oertijd vrij spel, tenminste als ze volgende waarschuwing in hun oren knopen: "Kinderen, pas op voor de Gigantosaurus. Hij heeft altijd honger, hij heeft altijd trek. Blijf uit de buurt van zijn vlijmscherpe klauwen. Blijf uit de buurt van zijn grijpgrage bek." De kleine Daan stelt voor om op de uitkijk te staan. Hij maakt er een spelletje van en roept te pas en te onpas: "De Gigantosaurus! Daar heb je hem!" En dan komt er een papa dino of een ongevaarlijk exemplaar aan. "Grapje", roept Daan dan. De andere dinokinderen raken na een paar keer zijn grapjes beu en dan gebeurt het onvermijdelijke: als de gigantosaurus echt komt, geloven ze hem niet meer en gaan ze weg. Daan zit alleen verstopt in het lege dodonest. De andere dino's horen de Gigantosaurus in de verte en vrezen dat dat het einde van Daan is, maar ...
De grappige tekst staat op rijm en klinkt vlot. Zowel de tekst als de illustraties zijn van Jonny Duddle. De illustraties zijn zwierig en expressief, de tekst staat er her en der tussen. De plaat van de Gigantosaurus is uitklapbaar en echt gigantisch. Achteraan in het boek worden de dino's waarover het in dit boek gaat voorgesteld met enkele weetjes; alleen de Gigantosauros heeft nooit bestaan. De boekomslag is tegelijk ook een poster. Een heel leuk kijk- en voorleesboek!