Giraf gaat slapen
Anders dan zijn ‘vriendjes’, Krokodil en Zebra, wordt Giraf niet uitgeslapen wakker. Hij heeft de hele nacht enge geluiden gehoord. In plaats van hem te troosten gaan Zebra en Krokodil hem nog banger maken. Hij moet de hele nacht zingen, zegt Zebra. Het is een monster, zegt Krokodil. Na een hele dag samen spelen gaan Zebra en Krokodil slapen. Zebra plaagt Giraf: "Jij niet. Jij moet de hele nacht hard zingen." Zebra en Krokodil lopen lachend weg. Giraf sloft bang naar huis. Gelukkig is er Olifant. Hij leert Giraf de geluiden van de nacht kennen want de nacht zit net als de dag vol geluiden. "Alleen laat de nacht ze horen", zegt hij. Nu hij de geluiden herkent klinken ze Giraf als muziek in de oren en hij slaapt rustig in. Als de pesters, Zebra en Krook, zich de volgende morgen opmaken om hem weer uit te lachen, kijken ze lelijk op hun neus als Giraf hun vertelt dat hij mooie nachtmuziek heeft gehoord. Dit verhaal gaat niet alleen over bang zijn, het maakt ook pestgedrag bij jonge kinderen bespreekbaar en het geeft bovendien geborgenheid in de figuur van de olifant. Hij leert Giraf dat je niet meer bang hoeft te zijn als je de geluiden kan duiden. De tekst is aanvankelijk nogal droog maar wordt gaandeweg poëtischer. De illustraties zijn houterig maar toch aantrekkelijk. Interessant voor de kleuterklas vanaf vier jaar.