Graf DK62

Stella is studente Egyptologie aan de universiteit van Leuven. Zij volgt op een dag een lezing van professor Bartolli, gewijd aan de ontdekking van een nieuwe ruimte achter de grafkamer van Toetanchamon. Tijdens deze lezing wordt er geloot en mogen er vier studenten met de professor naar Egypte om het graf van de farao te bezoeken. Stella, Adil, Christian en Steve zijn de gelukkigen.

Uiteraard wordt er al snel gesproken over de bekende vloek van Toetanchamon: enkele archeologen die de graftombe wilden openen kwamen in verdachte en onverklaarbare omstandigheden om het leven.

Kort voor haar vertrek ontvangt Stella met de post een vreemd beeldje van een cobra. Ze weet niet van wie het is of wat de afzender haar hiermee wil zeggen. Haar huisgenoot voorspelt met tarotkaarten ook nog eens weinig goeds en al vlug gebeurt er van alles… Steve sterft ten gevolge van een wespensteek, Adil moet met spoed opgenomen worden wegens ernstige longproblemen en ook Christian gaat het niet zo goed af. Paniek slaat toe bij Stella maar ze twijfelt over wie ze hierover in vertrouwen kan nemen. Professor Bartolli heeft immers zeer duidelijk laten verstaan dat hij totaal niet gelooft in een of andere vloek.

Het boek wordt telkens vanuit een ander standpunt verteld. Dit maakt het lezen wat onaangenaam, vooral omdat er te veel personages zijn die zonder enige logica door elkaar aan de beurt komen. Het verhaal is op zich niet echt spannend en hapert regelmatig door de vele perspectieven en de tijdsprongen. De ontknoping is weinig realistisch en tracht de feiten uit het verhaal aan elkaar te rijgen. Als lezer blijf je ontgoocheld achter.

Voor lezers die Leuven kennen, zitten er herkenbare elementen in: Museum M, Tiensestraat, café De Appel, … Ook de toeristische plekjes en gewoontes in Egypte zijn herkenbaar beschreven, maar dragen niet bij tot de kwaliteit van het verhaal.

Ilse De Keyzer deed een poging om de fascinerende wereld van Egypte en farao’s dichter bij jongeren te brengen. Helaas bleef het bij een oppervlakkig tussendoortje met weinig diepgang.