Groot Biegel sprookjesboek
Maar liefst 30 verhalen van meesterverteller Paul Biegel vind je in dit boek. Sprookjes? Misschien. Eerder magisch-realistische verhalen. Ontroerend is het verhaal over een jager die omkomt door zijn eigen geweer en een waardige begrafenis krijgt van de dieren waarop hij joeg. Feeëriek is het verhaal van een meisje dat steeds meer bedreven wordt met haar schaartje en uiteindelijk een heel papieren paleis bij elkaar knipt. Optimisme voert de boventoon in Het mooiste huisje van de wereld; De tovertrompet is dan weer ontroerend. En bijzonder grappig is het verhaal van de zoute goudvis, waarvoor de hofdames een vijver van verdriet bij elkaar moeten huilen van de koningin.
Die laatste laat zich ook heerlijk voorlezen door het spelen met klanken: de kwaje-graaihaai en de fong-jong-bong-jongtong zouden zo uit een hoorspel van het Geluidshuis kunnen komen. Biegel is dan ook een taalvirtuoos, zijn tekst vloeit over de bladzijden, zingend op een perfecte cadans. Hij brengt grote thema’s met een ongebreidelde fantasie en een geweldige gevoeligheid in het hart van jonge kinderen.
Charlotte Dematons voegt daar een laag aan toe met haar sfeervolle illustraties: de begrafenisstoet is een juweel, het papieren paleis een pareltje. Haar personages bekoren minder, maar dieren en landschappen zijn een lust voor het oog. Iets meer ruimte tussen de verhalen – in de vorm van een titelpagina bijvoorbeeld, en dan liefst met een ander lettertype voor de titels – zouden de illustraties nog beter tot hun recht laten komen. Maar wellicht zou het boek dan te zwaar en te duur worden. Ook nu vraagt dit boek om er een wintermaand mee onder te duiken en elke avond volop op te gaan in een verhaal, niet meer dan eentje per keer, als duo voorlezer-en-luisteraar, en daarbij te genieten van elk detail in woord en beeld.