Grote beer, kleine beer en ik
“Het is goed om een beer te hebben. Maar ik heb er twee, en dat is nog beter”. Met dit schattige zinnetje begint het boek. Op de prenten van de eerste pagina zien we een meisje dat haar kleine beer een muts op zet en die vervolgens zelf een muts opgezet krijgt. De aandachtige kleuter begrijpt hier al wie grote beer is. Op de tweede dubbele bladzijde vinden we een bizarre prent. We zien het meisje met haar twee beren die naar buiten zal gaan. In de kamer liggen echter spullen die je niet direct zou verwachten: een skateboard, schaatsen en boeken op de vensterbank. Bizar, maar niet onrealistisch. Dat wordt het echter later wel wanneer het meisje in de sneeuw zit te spelen en kleine beer een lieveheersbeestje vindt. Kleine beer blijkt goed in het vinden van vrienden. Zo krijgt het likjes van vos, komen de konijnen uit de sneeuw kijken en verhuist het lieveheersbeestje naar de staart van een hert. Hoewel dus niet steeds realistisch, zijn sommige van deze waterverfillustraties zijn best wel mooi. Ze bevatten niet veel details, maar door de warme pastelkleuren kunnen we de liefde in dit boek echt voelen. We kunnen meegenieten met het meisje wanneer ze onder de jas van grote beer wat warmte vindt, samen met kleine beer van de berg sleet of eigenwijs met hem op stap gaat, omdat ze toch de weg niet zal kwijt raken met haar beren. Dit boek over zorgen voor elkaar bevat rust en geborgenheid. “Het is goed om een beer te hebben. Maar ik heb er twee. En dag is nog veel beter.” Zo eindigt het boek. En bij dit zinnetje zien we voor het eerst het mensengezicht van grote beer, die een berenmuts op heeft. Zijn schaduw lijkt wel een echte beer.