Guus de gans vindt het geluk
Guus de gans woont aan zee onder een oude omgekiepte roeiboot. Guus is altijd in een slecht humeur. Hij heeft een hekel aan alles en iedereen. Zodra iemand in zijn buurt komt, blaast en sist hij. In de lente jaagt hij de schapen en hun lammetjes weg, in de zomer achtervolgt hij sissend kinderen op het strand, in de herfst blaast hij naar de vissers. In de winter komt niemand naar het strand. Niemand stoort Guus en hij hoeft dan ook niemand weg te jagen. Als de lente opnieuw in het land is, hoort Guus een vreemd geluid. Het komt van onder zijn oude roeiboot en daar ziet Guus een kleine gele gans. De gans is niet bang van Guus. Guus begrijpt het niet maar jaagt haar niet weg. Voortaan jaagt Guus niemand meer weg.
'Guus de gans vindt het geluk' is een grappig prentenboek met sprekende illustraties. Het is niet zozeer de tekst maar de bijzonder levendige illustraties van de hand van Jill Latter die het verhaal vertellen. Het slechte humeur van Guus spat van de pagina’s af. Vanaf pagina één is het duidelijk dat Guus geen vrolijke gans is. Guus' boze kop die onder de roeiboot vandaan komt, het fladderen met zijn vleugels naar Jet en haar hond, het blazen naar de visser, de blik in zijn ogen als Guus de kleine gele gans ziet, … het lijkt net echt. Ook de schapen kregen een levendige ‘gezichts’uitdrukking mee. En de slak, die er eigenlijk niet toe doet, maar die we op de schutbladen en hier en daar in het verhaal zien opduiken, is schattig.
Ondanks het slechte humeur van Guus is dit een vrolijk boek. Guus is helemaal niet eng, alleen chagrijnig. Naar het einde van het verhaal wordt Guus een lieve en goedgezinde gans. En dat allemaal dankzij een kleine gele gans, de liefde van zijn leven.
De tekst werd in zwarte inkt en in een duidelijk lettertype neergeschreven. Frances Hope gebruikt eenvoudige woorden en herhaling. Daardoor kunnen ook jonge kinderen goed volgen.