Hap!
We maken kennis met Wahoo en zijn vader, Mickey Cray. Vader is een wrangler, hij ontfermt zich over allerlei wilde dieren. Het gezin van Wahoo heeft het financieel erg moeilijk en ze nemen het aanbod van een bekende televisiezender maar wat graag aan. Voor hun survivalshow willen ze hun steracteur Derek Badger laten stunten met verschillende ‘wilde’ dieren in de Everglades in Florida. Al vlug blijkt dat de hele show fake is, dat Badger geen snars verstand heeft van dieren en ook helemaal niet inzit met hun welzijn. Het hele survivalgedoe is allemaal netjes geënsceneerd en heeft niets met overleven te maken. Badger is een onuitstaanbare ijdeltuit, die heel hoog oploopt met zichzelf en absoluut niet weet hoe hij moet overleven in de wildernis. Dit zorgt wel voor enkele leuke scènes. We leren Wahoo, genoemd naar een zoutwatervis, en zijn vader, die arbeidsongeschikt is doordat hij een leguaan op zijn hoofd kreeg, beter kennen en krijgen voeling met de personages.
Vervolgens komt Tuna ten tonele, een klasgenote van Wahoo. Ze is eigenlijk op de vlucht voor haar gewelddadige vader en grijpt haar kans om mee naar de Everglades te gaan, in de veronderstelling dat ze daar uit de klauwen van haar drankzuchtige vader kan blijven.
Op een nacht verdwijnt Badger in de moerassen en breekt er paniek uit. De televisiester is zichzelf niet na een beet van een grote vleermuis en kan uiteraard niet overleven in de Everglades. De filmploeg en Wahoo, vader en Tuna gaan op zoek. Op de hielen gezeten door Tuna’s vader ...
Zo ontstaan er eigenlijk twee grote verhaallijnen: het hele televisiegebeuren en de problemen van Tuna. Een ietwat vreemde mix, die door de auteur toch goed aangepakt wordt, zonder al te dramatisch te worden. En dat is goed, want de hoofdtoon van het boek is vooral humoristisch en ironisch. Als lezer kom je tot het besef dat realityprogramma’s grotendeels nep zijn en dat het eindresultaat zodanig gemonteerd wordt dat je als kijker gewoon bij de neus wordt genomen.
De wisselende vertelperspectieven houden het boeiend en beschrijven dezelfde situatie regelmatig vanuit een ander standpunt, wat het nog ironischer maakt. Soms balanceert het wat op de rand van slapstick en dan is het contrast met de problematiek van Tuna plots groot. Maar het is net die combinatie die ervoor zorgt dat je blijft lezen. Je betrokkenheid als lezer is groot.
Het boek is origineel vormgegeven met een groene omslag met krokodillenogen en op de buitenzijden van de pagina’s krokodillentanden.