Heel kleine beestjes

De onzichtbare wereld (z)onder de microscoop

Heel kleine beestjes. Met het blote oog kan je ze niet zien, de ontelbare kleine beestjes die overal om ons heen zijn. Maar ze zijn er wel. Echt overal. In ‘heel kleine beestjes’ zijn deze monstertjes tot wel 150 keer uitvergroot in beeld gebracht. Maak kennis met de wereld van de kriebeldiertjes om je heen.

Gedetailleerde illustraties geven telkens een vergroting weer van een heel klein stukje wereld. En van zijn bewoners. Want daar draait het om in dit integrerende naslagwerk. Tien werelden worden onder de loep genomen (letterlijk dan) en met de grootste nauwkeurigheid uitgetekend. Vooraan vind je ze alle tien met een ludieke titel aangekondigd. Zo kan je van ‘het grote planktonwaterballet’ via ‘het geheime leven op het strand’ naar de keuken voor ‘de invasie van de miniveelvraten’.

Elk leefmilieu omvat 2 grote pagina’s. Op een uitklapbare flap links een algemene beschrijving van het stukje wereld en zijn bewoners. Titel en bewoners zijn gedrukt in de kleur die overwegend op de tekening rechts voorkomt. Elke wereld zijn eigen kleur dus, zo blijkt. Onder de tekst een afbeelding van het leefmilieu en een uitvergroting van het kleine deeltje dat vergroot uitgetekend werd. Zo kan men zich een goed beeld vormen van waar zich al die enge diertjes nu precies bevinden. Bij het openklappen vinden we op de achterzijde een gedetailleerde, eerder wetenschappelijke beschrijving bij de in kleur gedrukte woorden vooraan. In de beschrijving zelf vind je regelmatig een sterretje terug. Dit verwijst naar een woordenlijst achteraan in het boek. Vrij veel sterretjes in een toch al vrij moeilijke beschrijving. Voor lezers op niveau dus. Aan de hand van een nummering kan men de diertjes terugvinden op de tekening op de dubbelpagina rechts. Een schaallijn geeft mooi weer hoe klein deze wezentjes in werkelijkheid wel niet zijn. En gelukkig maar, ietsje groter en ik waagde me niet meer in zee of de keuken, laat staan in mijn bed.

In de verklarende woordenlijst achteraan wordt er nogmaals verwezen naar nieuwe moeilijke woorden die dan nog iets verder op hun beurt weer verduidelijkt worden. Tussenin nog pagina’s met tekening 1 en 2 die een overzicht tonen van de verschillende mijten en schaaldieren. Naar mijn gevoel overbodig aangezien deze wezens al aan bod komen in hun leefmilieu. Tekening 3 volgt met de kleine geschiedenis van de microscopie. Hierna krijgen we nog een uitleg bij de vangtechnieken en de voedselketen om daarna af te sluiten met een overzicht van de protisten op tekening 4. Het is alsof de auteurs niet konden stoppen met het spuien van informatie. Jammer, want deze - naar mijn gevoel - rommelige afsluiter maakt voor mij het verschil tussen 4 en 3 sterren.

Maar 3 sterren is natuurlijk nog altijd mooi. Want dat is het wel. Een mooi boek over minder mooie wezentjes overal rondom je heen. Voor de geïnteresseerde lezer en/of de griezelende aanschouwer.