Heksen en monsters
Bas en Babien zijn broer en zus, een tweeling zo blijkt uit de tekst op de achterflap. Het is Halloween en Bas wil een masker maken uit een pompoen. Hij moet de pompoen wel zelf uithollen en het masker snijden, zegt mama. Dat is best een gevaarlijke onderneming voor een kleine jongen. Je ziet hem op de prenten aan de slag met een groot mes. Babien vindt het vies, ze maken ruzie en beginnen met de pompoensmurrie te gooien. Mama komt kijken en ze moeten de hele keuken schoonmaken. Met Halloween gaan ze samen, Bas als pompoenmonster en Babien als heks, in de buurt zingen voor snoep. Babien wil verder dan hun straat, ze gaan naar een afgelegen huis. Daar doet een oude vrouw open, die verdacht veel op een echte heks lijkt. De kinderen zijn bang: ze denken aan wat er met Hans en Grietje gebeurde. Maar de oude vrouw is net heel lief en het was toch wel de moeite om even verder te lopen.
Afgezien van het feit dat de mama wel erg veel aan de kinderen overlaat en weinig betrokken is bij wat ze doen, is dit een verhaal van het betere soort voor beginnende lezers. Er zit spanning in. De illustraties zijn deels collages, deels tekeningen. De figuren hebben een hoofd als een porceleinen pop met grote glazen ogen.