Sinds Rinnie op mysterieuze wijze verdween, mogen Karim en Lenne van hun ouders niet meer over de Heksenhei naar huis lopen. Het avontuur lonkt echter en op een herfstige dag daagt Karim Lenne uit om de kortere weg, dwars over de hei, te nemen. Al van het eerste moment merken ze dat er iets niet pluis is. De ontmoeting met een vrouw met lange witte haren en een bevreemdende blik versterkt hun angstige voorgevoel. Wanneer hun leraar de beladen geschiedenis van de omgeving waar ze wonen voor hen opzoekt en vertelt, blijken de heksen er van alle tijden te zijn. De twee tieners vinden in de oude legenden merkwaardige overeenkomsten met het heden. Vastberaden om het geheim van de hei te ontdekken negeren ze elk verbod om het terrein te betreden. Algauw komen ze oog in oog te staan met enkele bizarre vrouwen. Dat dit geen kinderspel is, laat zich raden. Zo ontdekken ze dat Rinnie nog leeft en dat er zowel goede als kwade heksen bestaan. Om echter uit de klauwen van de zwarte magie te blijven hebben ze de hulp nodig van de positieve krachten. Met gebundelde energie slagen ze in hun opzet en staan ze op de drempel van een nieuw tijdperk. Dit verhaal leest als een trein. De melange van mysterie, angst en moed werkt aanstekelijk. Het boek is af en toe werkelijk angstaanjagend! Het afwegen van goed tegenover kwaad is subtiel gedoseerd. De vele invalshoeken geven het verhaal kleur. De personages zijn goed uitgewerkt en ook de situaties zijn trefzeker en helder beschreven. Ondanks het veel bespeelde thema van tovenarij, is dit verhaal nergens cliché. Wel spijtig dat de omslagillustratie wat ouderwets aandoet.