Helden van de straat
De straathond Beau vindt een nieuwe warme thuis bij de familie Alford in Londen. Dochter Peggy en Beau worden de allerbeste vrienden. Mabel, de huiskat van de Alfords, heeft het niet zo op hem begrepen. Bij de start van de Duitse luchtbombardementen op Londen worden Peggy en haar broer Wilf naar familie op het platteland geëvacueerd. De huisdieren mogen niet mee. In het Londense puin ontpopt Beau zich tot gewaardeerde reddingshond. Na een familiedrama wil Beau koste wat het kost naar Peggy om haar bij te staan. Dat is een gevaarlijke reis van ruim 200 kilometer, maar voor zijn baasje heeft hij alles over. Mabel en Bomber de duif gaan met hem mee.
Beau, Bomber, Mabel en alle andere dieren in dit verhaal denken, voelen, redeneren en praten als mensen (al kunnen ze niet mét hen praten). Ze hebben ook elk hun eigen persoonlijkheid. Mabel is gemeen en sarcastisch, maar heeft een diep verborgen kwetsbaarheid. Bomber is een onverschrokken en wereldwijze duif die Beau meer over Hitler en de Blitz vertelt. Dat is trouwens een uitstekende insteek om de oorlogsachtergrond voor de jonge lezer te kaderen. Hoofdpersonage Beau is dan weer een naïeve en goedhartige hond die weinig van de wereld weet. Het verhaal wordt vanuit zijn perspectief in de derde persoon verteld
We hadden graag meer evolutie en reliëf iin hun persoonlijkheid en onderlinge relaties gezien. Nu lezen we te vaak dezelfde gedachten en gevoelens. Bij Beau neigen die ook te veel naar sentimentaliteit. Op dat vlak mist het verhaal dus duidelijk een scherpere pen. Er zijn ook veel positieve elementen: het begin is veelbelovend, de oorlog wordt levendig en boeiend beschreven en het bitterzoete einde zal niemand onberoerd laten.