Luuk is een lieve jongen die zijn mama en zusje heel graag ziet en dat toont door kusjes te geven. Op een morgen is hij in de war. Hij moet een beetje zuinig zijn op de hagelslag en op het water van mama, want alles kan op geraken. Zouden zijn kusjes bijna op zijn? Hij is er altijd zo gul mee. Vanaf dan is hij er zuinig op en ontdekt dat dit niet gemakkelijk is. Thuis probeert hij met zijn schepnet kusjes te onderscheppen van een verliefd koppeltje. Wanneer dat niet zo goed afloopt, heeft hij zijn mama wat uit te leggen. Zijn moeder moet lachen en verzekert hem dat zijn kusjes alleen maar vermeerderen door te delen. Luuk is dolgelukkig, hij is kusjesmiljonair en kan weer aan iedereen kusjes uitdelen – zelfs aan de hond en de kat.

Fantasie is altijd leuk en dat maakt dit boek plezant. Het is voor kleuters herkenbaar om ergens een idee over te vormen door iets wat ze horen of zien en dat voor waar aan te nemen. Dat gaat dan een eigen leven leiden.  Dit is ook wat er gebeurt bij Luuk: hij geraakt in paniek omdat zijn kusjes bijna op zijn. Daardoor begint hij een manier te zoeken om zijn kusjes voorraad aan te vullen en dan wordt wat abstract is concreet gemaakt. Nadat zijn moeder zo mooi heeft verwoord dat liefde groeit als je het deelt, kan hij zijn affectie weer met een gerust hart tonen. 

Het verhaal is echt mooi en origineel, maar de illustraties zijn dat niet (behalve de eerste waar de ochtendzon heel warm en intens is weergegeven): alle personen hebben precies een masker op, de tekeningen zijn vlak en er zit weinig persoonlijkheid in. De tekst is kort, staat duidelijk gedrukt op een witte achtergrond en is vlot voor te lezen.