Jérome Faure, een jonge bergboer uit de Savoie, wil koste wat het kost geselecteerd worden voor het regionale skiteam. Hij heeft talent, maar geen geld om een behoorlijke skiuitrusting te kopen. Zijn enthousiasme werkt zo aanstekelijk dat André Corniaud, een oude vriend van Jéromes vader, besluit om hem te helpen. André, zelf vroeger een gepassioneerd skiër, neemt de training op zich en zorgt tevens voor de sponsoring. Wanneer blijkt dat Jérome even goed presteert als de zwaar gesponsorde Pierre Durou, gaan de poppen aan het dansen. In het dorp leeft een oud zeer weer op. Jérome en zijn team krijgen te maken met sabotage en ontvoering. De aanhoudende pesterijen en het besef dat vader Faure ooit in verdachte omstandigheden om het leven kwam, zetten de zintuigen van Jérome op scherp. Om te kunnen winnen zal hij meer moeten kunnen dan goed skiën! Het verhaal draait rond de klassieke thema's: competitie, list en bedrog ... De spanningsopbouw verloopt geleidelijk en is gekruid met een vleug romantiek. Inhoudelijk doet het wat denken aan 'Paavo de Lap' van Aster Berkhof, een verhaal uit de jaren zestig dat lang op de verplichte literatuurlijst voor het secundair onderwijs stond. Net zoals bij Berkhof komt het verhaal traag op gang. Het mist daardoor vaart en vlotheid. Nochtans is het geheel degelijk opgebouwd. Verleyen schrijft met kennis van zaken over zijn favoriete sport. De twee figuren waarrond het verhaal is opgebouwd, zijn min of meer de belichaming van goed en kwaad. Deze ongenuanceerde voorstelling van de personages doet oubollig aan. Bovendien wordt daardoor de voorspelbaarheid vergroot. Anderzijds maakt de eenvoudige verhaalstructuur het lezen makkelijker, wat voor jongeren van twaalf een voordeel kan zijn.