Het bloed van de verraders
Julius, een jonge Bataaf, is de zoon van de priesteres Veleda. Hij beweert dat zijn vader een god is. Met zijn moeder reist hij naar Batavodurum (Nijmegen). Met Imerix, zijn boezemvriend, wil hij er lid worden van het genootschap van de Jonge Krijgers. Julius ondervindt heel wat vijandigheid van de andere jongens. Hij slaagt in de proeven en ontsnapt meermaals aan de dood. Een historisch verhaal over de kleinzoon van Julius Civilis, de Bataafse hoofdman, ooit een vriend van de Romeinen, later een geduchte tegenstander. De vader van de jonge Julius blijkt keizer Trajanus te zijn. De auteur heeft zich laten inspireren door de Romeinse vondsten in het Valkhofmuseum. Nijmegen herdenkt momenteel zijn tweeduizendjarig bestaan. Een spannend verhaal in een helaas soms slordige taal.