Dit is boek is zijn titel meer dan waard. In vier hoofdstukken (afscheid en verlies, afscheid van het leven, na de dood, geluk en troost) worden alle aspecten van verdriet en troost uit de doeken gedaan. Er wordt stilgestaan bij de kleine verdrietjes van elke dag (bv. speelgoed dat kwijtraakt), maar ook groot verdriet (bv. verlies van een ouder) krijgt een plaats. Er is ruimte voor getuigenissen (heel veel ruimte), voor informatie (beknopt of uitgebreid), voor gedichtjes rond het thema en af en toe voor een sobere illustratie. Een kind in rouw, een nieuwsgierig neusje, een ouder op zoek naar informatie, een leerkracht die een lesvoorbereiding maakt, … iedereen vindt zijn gading wel ergens in dit boek. Het universele thema is zo uitgeschreven dat het boek vooral geschikt is vanaf een bepaalde leeftijd (tien jaar) en niet tot een bepaalde leeftijd. Het blijft boeiend, zelfs voor volwassenen. Een boek dat eigenlijk iedereen in huis zou moeten hebben om op koude momenten eens warm in te bladeren.