Het dansende licht
Zes sprookjes
De werken van Tonke Dragt die in 1976 werd bekroond met de Staatsprijs voor Jeugdliteratuur en die voor ‘De brief voor de koning’ in 2004 de griffel der griffels kreeg, worden steeds maar opnieuw opgegeven. ‘Het dansende licht’ is een verzameling verhalen waarvan de meeste vroeger al werden gepubliceerd (enkel het korte sprookje ‘De dertiende fee’ verscheen niet eerder). Het titelverhaal ‘Het dansende licht’ werd eerder opgenomen in ‘Het gevaarlijke venster en andere verhalen’, net zoals ‘Het spookmes’, ‘Het was maar een droom’ en ‘De draak en de sleutel’. ‘De twee koningen’ is een verhaal dat in 1960 deel uitmaakte van de Kris Kras Sprookjespocket ‘Jodokus en andere sprookjes’. De verhalen die in deze nieuwe bundel werden samengebracht zijn sprookjesachtige vertellingen die balanceren tussen droom en werkelijkheid. Het wat archaïserende taalgebruik van de schrijfster (bijv. meesteresse; minstreel, flambouwen), haar verhullende schrijfstijl en haar kunstige spel met vertelperspectief dragen bij tot de overheersende geheimzinnige atmosfeer. De wereld die wordt opgeroepen herinnert aan de avonturen van Tiuri en Piak in de ‘Brief voor de koning’ en ‘Geheimen van het Wilde Woud’. ‘Het dansende licht’ over de vuurtorenwachter die niet dansen kon, speelt zelfs in het land van koning Unauwen. Deze bundel is een mooi verzorgde uitgave met zwart-witillustraties én met paginavullende kleurplaten. ‘Het spookmes’ werd door de auteur zelf geïllustreerd maar voor de andere verhalen heeft men telkens een andere illustrator aangezocht (Annemarie van Haeringen, Philip Hopman, Hans Kresse, Ted van Lieshout en Lidia Postma). De zes beeldkunstenaars hebben wel elk een heel eigen stijl en dat komt de eenheid van de bundel niet meteen ten goede. Bovendien is Dragts beeldende kunst – maar dit is uiteraard een persoonlijke visie – onlosmakelijk met haar geschriften verbonden, een beetje zoals de prenten van Fiep Westendorp bij het werk van Annie M.G. Schmidt horen. Wanneer men Dragts werk opnieuw wil uitgeven en ook de volgende generaties jongeren wil laten kennismaken met haar tijdloze klassiekers dan gebeurt dat naar mijn mening ook het beste met de originele illustraties van de auteur zelf erbij.