Het dierenboekje Mie

Elke dag brengt Mie door bij de dieren van de boerderij. De ene dag is dat een varken, de andere dag een koe of een poes en ga zo maar door. In zestien korte verhaaltjes leer je Mie kennen en haar liefde voor veel dieren. Je ziet Mie zitten spelend met het varken zijn oor, of kietelend met een grasspriet. Wanneer ze naar het bos gaat met de poes, komen ze Mevrouw Stip tegen en gaan ze samen onder de bomen liggen en smikkelen ze wat. Met alle dieren die Mie tegenkomt, brengt ze haar dag door en vergeet de tijd.

Met heel veel preciesie zijn de dieren getekend. Alleen in kleurpotlood, in fragiele lijntjes, staan of liggen ze te pronken, getekend op een witte achtergrond. Alleen het varken is lichtroze ingekleurd, de andere dieren krijgen wat accenten. Ook de omgeving waar de dieren en Mie zich ophouden is alleen met kleiurpotlood in beeld gebracht: allemaal in streepjes, de bomen, de vlakte, het gras, het water. Alleen de kleur verraadt in welk landschap de dieren zich bewegen. Prachtig hoe summier er is omgesprongen met kleur. Met enkele lijntjes wordt een heel landschap opgeroepen, of de zee. Ook de dieren zijn als het ware in één vloeiende beweging met potlood op papier gezet. De koe is bijna een lappendeken maar niet ingekleurd. Alleen de ronde lijntjes duiden aan dat ze andere kleuren heeft.

De verhaaltjes zijn in een no nonsense-stijl tekst verteld en laten verstaan hoe groot de liefde is van Mie voor de dieren en hoe ze er als het ware mee vergroeid is. Toch moet je met deze dieren een zekere verknochtheid hebben/voelen, wil je verstaan hoe belangrijk ze zijn voor de hoofdpersoon in dit toch wel vertederend prentenboek.