Het dierendoodboek

Dood gaan is iets heel normaal, toch vind je er heel weinig boeken over die alleen over dat thema gaan. Dit dierendoodboek brengt daar verandering in. Zowel de natuurlijke dood als de onnatuurlijke dood van dieren wordt besproken, maar evengoed kijkt men hoe de één zijn dood de ander zijn leven is, hoe schijndood je leven kan redden of hoe dieren omgaan met de dood van soortgenoten.  

Wat meteen opvalt aan dit informatieboek is dat het zo stijlvol en rustig overkomt. Geen schreeuwerige kleuren of scheve foto's, maar knappe handgetekende illustraties en veelal een sobere witte achtergrond (of volledig blauw bij vissen of vogels). De tekst staat in een duidelijk lettertype en geordend bij elkaar. Per bladzijde wordt er een hoofdstuk behandeld wat een duidelijk overzicht geeft. Bij elk thema dat besproken wordt, zijn er een aantal weetjes toegevoegd. Heel vaak leuk om te lezen, maar toch vraag je je regelmatig af waarom dat weetje er nu precies staat of dat je maar iets half weet (zoals men heel droog vermeldt dat er twee soorten walvissen zijn: tandwalvissen en baleinwalvissen; als kind ken je misschien nog niet het verschil en ben je eigenlijk niets met dat weetje). De illustraties zijn bijzonder mooi en tot in het detail afgewerkt, elk dier is eerst aan een studie onderworpen om het zo waarheidsgetrouw weer te geven. Het kan wel verwarrend zijn dat er soms minuscule dieren even groot als een sidderaal van 2,5 meter worden afgebeeld. 

Elke tekening is voorzien van een dierfiche die beknopt de belangrijkste informatie weergeeft. Je kan dus door het boek bladeren en hier en daar wat lezen of bekijken en al verwonderd zijn over de hoe knap de dood in de dierenwereld soms kan zijn (eksters bijvoorbeeld begraven hun soortgenoten door er natuurlijk materiaal op te leggen).