Het geheim van de tempelier
De vader van Bert is archeoloog. Zijn team is volop bezig met opgravingen bij een tempelierhoeve in het West-Vlaamse dorpje Slijpe. Bert is nog maar twaalf jaar, maar mag heel vaak helpen. Hij toont ook veel interesse en is een pientere jongen. Bij de opgravingen vinden ze in een middeleeuws graf een stenen plaat met een inscriptie. Het lijkt een zeer bijzondere vondst. Jammer genoeg vinden andere mensen, met minder goede bedoelingen, dat ook. De plaat wordt gestolen en vanaf dan start er een spannend avontuur. Bert ontrafelt het geheim beetje bij beetje, maar daarvoor moet hij wel naar Jeruzalem reizen, samen met professor Slieman. Bert ontdekt er nog veel meer. Hij ontmoet voor het eerst zijn moeder en zelfs zijn tweelingbroer, waarvan hij totaal geen weet had. Elias stapt maar al te graag mee in het avontuur. Samen komen ze diep onder de Tempelberg terecht. Maar hun achtervolgers geven niet op ...
Patrick Lagrou deed zijn werk grondig. Hij reisde naar Israël en de Ardèche in Zuid-Frankrijk om goed gedocumenteerd te zijn voor het schrijven van dit boek. Het resultaat is een spannend boek dat een goed zicht geeft op de geschiedenis van het Midden-Oosten, maar dat ook verrassend actueel is. Er zijn twee verhaallijnen, elk gesitueerd in een andere tijd. We volgen Bert in het heden maar ook de familie de Coudre, in de tijd van Godfried van Bouillon. Tussendoor lezen we wat Bert droomt en die dromen zijn soms erg realistisch en voorspellend. Dit wordt goed aangegeven door duidelijke tijdsaanduidingen bij het begin van een hoofdstuk en een ander lettertype.
In de inleiding krijg je een goed historisch overzicht van de Tempelberg en op het schutblad een grondplan van het oude Jeruzalem zoals het er nu uitziet. Ondanks het feit dat ‘Het geheim van de tempelier’ geen eenvoudig en toegankelijk thema heeft, leest het boek zeer vlot en behoudt het zijn spanning. Het enige minpunt is misschien het ongeloofwaardige verhaal van zijn onbekende moeder en tweelingbroer.