Het grote monstercircus maakt zich op voor een nieuwe generatie acrobaten en co. Grote monsters met een klein hartje, kleine monsters met grote dromen ... De circusbus loopt al snel vol met knotsgekke wezens. Alle kleuren en alle maten komen aan bod. De ene heeft drie ogen, de ander twee neuzen, weer een ander heeft een hand op zijn hoofd: Nijlands monsterwereld is een bont festijn om naar te kijken! Frederik, het grote blauwe monster, zet zich naast Fien, een klein monstermeisje. Zij wil koorddanseres worden. Hij weet het zo niet maar vreest wel dat Fien haar droom niet zal kunnen waarmaken: de gewoonte wil dat kleine monsters poetsen en grote de show maken. Wanneer het tijd is voor de grote selectie, is de spanning te snijden. Zal Fien als klein meisje de piste in mogen?
Nijland bouwt hier een droom van een fantasiewereld op waarin vooroordelen en tradities soms grote wensen in de weg staan. De vriendschap die ontstaat tussen Frederik en Fien is echter zo vanzelfsprekend dat het niet anders kan dan dat de tijd rijp is om clichés te doorbreken.