Het grote piratenboek
Dit boek is de bundeling van drie eerder verschenen boeken. In het eerste boek 'Piraten' spelen Bas en Karin op een regendag op zolder. Ze vinden een schatkaart, een sleutel en een spiegel en zo komen ze op een eiland terecht waar ze geconfronteerd worden met piraten. In het tweede boek 'De Piraten zijn terug' zijn het Jesse en Fleur die net verhuisd zijn en op zolder een achtergelaten kist vinden. Met ongeveer hetzelfde rijm als in boek 1 komen zij in onzacht contact met piraten. Dit boek is een variant op het eerste. Het geeft een haastige en oppervlakkige indruk. Het heen-en-weer-springen gaan te snel en vooral... je krijgt een déja-vugevoel. Het derde verhaal begint in het scheepvaartmuseum waar Jim met de klas op bezoek is. Jim is in de ban van het verhaal over de Vliegende Hollander. Hij krijgt een wenskaart van de suppoost en wordt 's nachts wakker op een schip dat onbemand is, op een jongen na. De jongen heet Melle. Het is een spookschip. Als Jim niet voor zonsopgang van het schip weg is, moet hij net als Melle voor altijd op het schip blijven. Dit boek is het spannendste van de drie. Deze bunde is geschikt voor kinderen die het lezen al een beetje onder de knie hebben. De illustraties dragen de duidelijke Van Straaten-stempel en op de kaft staat een afbeelding van een piraat die licht geeft in het donker.