Het kabouterboek
Wie herinnert zich nog het lijvige boek van Rien Poortvliet en Wil Huygen waarin zij kleurrijk en gedetailleerd het leven en werken van de Kabouter verbeeldden? Ongeveer een halve eeuw later geeft Loes Riphagen ons opnieuw een inkijk in het leven van deze fantasierijke wezentjes. In tegenstelling tot het werk van Poortvliet en Huygen, richt ze zich zowel met haar tekst als met de illustraties rechtstreeks tot jonge kinderen. Haar kabouters zien er minder rondborstig blozend of rustiek uit. Riphagen portretteert ze als eigentijdse kleine mensjes die leven in dorpen of steden, in de ruimte tussen vloeren en muren. In haar boek, waarin ze de kleine kabouter Pip als verteller opvoert, hanteert ze ook een pseudowetenschappelijke opbouw. Doorheen afgebakende hoofdstukken komen o.a. samenlevingsvormen, huisvesting, kleding en diverse activiteiten aan bod. Enkele woorden, korte zinnen en sobere tekstfragmenten zorgen voor uitleg maar het zijn vooral de kleurrijke illustraties die het geheel levend maken. Sommige bladen bieden een overzichtelijk beeld van kleine details, andere aansluitende bladzijden nemen je als kijker mee in een globale weergave van het dagelijks leven. De creatieve vondsten zoals het tot wagentje omgebouwde luciferdoosje, kroonkurken als slaapplaatsen voor huisdieren en een lekker dikke handschoen als dekbed, dragen bij tot kijkplezier. Die subtiele humor is ook terug te vinden in de reacties van de kleine huisdiertjes die losjes doorheen de illustraties wandelen. Lekker vies zijn vooral de kevers die het ene moment de luierbroekjes schoonlikken en even later gezellig mee snoepen van tafel. Die kleine details dragen ertoe bij dat het boek zich zeer goed leent tot – al dan niet samen – herlezen, bekijken en om altijd weer iets nieuws te ontdekken.
Daarnaast is de doordachte combinatie van eenvoudige tekst en uitnodigende illustraties ook ideaal voor wie het lezen nog maar pas onder de knie heeft of voor wie er eerder wat moeite mee heeft. Een welkome aanrader dus! En misschien ook een uitnodiging om in de toekomst toch even stil te blijven staan bij die kleine roosters en openingen in de buurt van je eigen voordeur.