Het kerstavontuur van Ebenezer Scrooge
Op de avond voor Kerstmis krijgt de vrekkige Ebenezer Scrooge bezoek van de geest van zijn overleden vennoot Jacob Marley. Die waarschuwt Scrooges voor het lot dat hem als gevolg van zijn onbarmhartige levensstijl te wachten staat. Er bestaat echter een kleine kans dat Scrooge het lot kan keren, maar daarvoor moet hij het bezoek van drie geesten afwachten. Die nacht verschijnen de drie geesten na elkaar. De eerste brengt Scrooge terug naar het kerstgebeuren tijdens zijn prille jeugd en confronteert hem met zijn eigen kleine kwetsbare ik. Zodra de geest verdwijnt, bevindt Scrooge zich weer in zijn kamer waar hij al snel bezoek krijgt van een tweede geest. Die neemt hem mee naar het huidige kerstfeest. Als onzichtbare toeschouwer ziet hij hoe de door armoede getekende familie van zijn werknemer deze avond doorbrengt. Een blik op het kerstfeest bij zijn neef doet hem beseffen hoe kwetsend zijn woorden eerder op de dag waren. Na het verdwijnen van de tweede geest kondigt de derde zich aan. Die geest praat niet, maar neemt Scrooge mee naar het kerstfeest van de toekomst en naar het moment van zijn eigen dood. De confrontatie met de manier waarop de buitenwereld op hem neerkijkt, voedt de schaamte die Scrooge voelt wanneer hij terugblikt op het zure, schraapzuchtige leven dat hij heeft geleid. Hij vraagt zich af: 'is dit de echte toekomst of de toekomst zoals die zou kunnen zijn en als ik nu verander, kan alles dan toch nog anders lopen?'
Charles Dickens schreef dit kerstavontuur, een allegorie waarin armoede en sociaal onrecht centraal staan, in 1842. De thema’s wist van Vleuten zeer goed te bewaren. Hij vertaalde het verhaal naar een breed, hedendaags publiek zonder de sfeer van weleer uit het oog te verliezen. Zijn bewerking verdeelde hij in 18 vlot te lezen hoofdstukken, en een verzachtend nawoord aan het eind. Duidelijk afgebakend en voorzien van de nodige spanning, nodigen ze niet alleen uit tot doorlezen, maar lenen ze zich ook goed tot voorlezen op verschillende momenten.
Het meest bijzondere aan deze uitgave zijn de 18 verschillende illustraties, die bij elk hoofdstuk aansluiten, gemaakt door 18 illustratoren met elk hun eigen stijl en techniek. Daardoor verschillen ze van elkaar en is het soms even wennen aan de enigszins onverwachte overgang. Maar eens je vertrouwd bent met het opzet, is het verrassend om het palet van illustratoren waarmee je vertrouwd bent te herkennen in de winterse sfeer. Dan is het aangenaam om je te laten meevoeren in de bewustwording van Ebenezer Scrooge en samen met hem te hopen dat het misschien nog niet te laat is.