Het kijkmeneertje

Het kijkmeneertje houdt van … kijken. Dat spreekt voor zich. Elke dag kijkt hij zijn ogen uit, want als je je ogen zou sluiten dan zie je niets meer. Wat valt er veel te beleven en te zien! Je ogen worden er moe van. Stilaan vallen ze toch toe. Is het nu gedaan met kijken?

Dit boek heeft niet meteen een aantrekkelijke kaft dus nodigt niet uit om in te gaan snuisteren. We zien een saaie bakstenen muur met raam waarin een jongen, of is het een meneertje, naar buiten staart. Enkele vogels fladderen rond. En dat is het dan. Weinig creatief, buiten misschien de flamingo die je toch niet dagelijks ziet voorbijvliegen. Die niet-creatieve stijl blijft zich wat voortzetten. De prenten vullen de grote pagina’s en zijn best kleurrijk. Echter, het blijft wat saai. Hier en daar proberen kabouters het geheel wat op te vrolijken, een dame met blauw haar zwaait vriendelijk, maar mij kan het niet verwonderen. 

De ene keer is de pagina rijkelijk gevuld met voorwerpen of mensen. Leuk om een zoekspelletje te spelen of om kleine kinderen de details te laten opnemen. En het stimuleert kleuters om te kijken, misschien ontdekken ze elke keer iets anders.  Maar het is een gemiste kans om hier nog net iets leuker mee te doen. De andere keer is de pagina rustiger, die afwisseling is fijn. Maar ook die pagina’s raken me niet. 

Op het moment dat het Kijkmeneertje in slaap valt, zou de fantasie kunnen losbarsten. Er wordt een poging gedaan, van de eerste droompagina werd ik wat vrolijker, maar de volgende prenten waren terug teleurstellender en ik bleef op mijn honger zitten.

Jammer dat het meneertje geen leukere naam heeft. Het woord Kijkmeneertje bekt volgens mij niet zo goed en maakte de niet-boeiende tekst ook niet veel vrolijker.