Het kleine paradijs

"Twaalf jaar lang was ik een geheim. Niemand wist dat ik bestond. Dat wil zeggen: bijna niemand." Lilita leefde al die tijd alleen met haar moeder in een boomhut, ver weg van de bewoonde wereld. Haar vader, die ze nooit gezien heeft, is de eerste man en de stichter van Barnstad, haar moeder was de eerste vrouw. In Barnstad staat een boom, een wilg, gegroeid uit de stek die vader meebracht uit zijn geboorteland. Vader wilde zich settelen, maar moeder was een zwerfster. Vader hield zielsveel van haar en probeerde haar aan zich te binden door een klein paradijs te bouwen. Zijn liefde was echter verstikkend - "ze waren uit verschillende klompen klei gekneed" - en moeder zwierf steeds verder weg. Om haar bij zich te houden bouwde vader een enorm hoge muur rondom Barnstad. Maar vrijheidsdrang is sterk en moeder ontsnapte. Ze rende ver weg tot in het Suikerbos en het is daar dat Lilita werd geboren en leefde. Maar hoe ouder Lilita werd, hoe meer vragen ze zich ging stellen. Zoveel zelfs dat haar hoofd er te klein voor werd en ze een gewei kreeg om de gedachten een plaats te geven. Als het gewei onhoudbaar wordt, besluit ze naar Barnstad te gaan om de man die haar vader is te ontmoeten. Dankzij een sprekende schildpad kan ze binnendringen in de oninneembare vesting: geen mens kan Barnstad in of uit. De luxe in Barnstad is overweldigend en steekt schril af tegen de armoede aan de andere kant van de muur. Lilita's vader is een tiran geworden. De wilg, levensboom genoemd, vertelt Lilita in haar dromen de levensgeschiedenis van haar vader. Hoe meer ze over de man weet, hoe kleiner het gewei wordt, tot het tenslotte helemaal weg is. Dan besluit ze hem te ontmoeten maar daarvoor krijgt ze de hulp van haar jongste halfbroertje, Adem. De oudste, Speer, is een etter en werkt de andere twee tegen. Adem wil weten wat er aan de andere kant van de muur is. Lilita helpt hem om door een raampje in de poort te kijken. De kleine jongen is ontsteld door de ellende die hij daar ziet. Hij wil naar de andere kant. Ondertussen observeert Lilita haar vader; ze merkt dat hij verschrikkelijk woest kan worden. Het eerste contact komt op een niet zo geschikt moment maar Lilita ontwapent haar vader met haar directheid: "Heb jij wel eens van mij gedroomd?" en ze noemt hem 'Vader'. Veel woorden zijn er niet nodig. Het ijs is gebroken want: "Er is iets tussen vaders en dochters wat geen woorden nodig heeft."(p.103) Hij gebiedt haar om nooit over haar moeder te praten en om zich te verstoppen voor de wachters. Ze maken een nieuwe afspraak vier uur later, maar: "Vier uur wachten is een eeuwigheid als je voor het eerst een afspraak hebt met je vader." (p.105) Lilita vindt het knap moeilijk om familie te hebben.
Dan komt alles in een stroomversnelling terecht. De reuzenschildpad helpt Adem naar de andere kant. En wat nog nooit eerder gebeurde: er worden ratten en zelfs een slang gesignaleerd binnen Barnstad. Dat wijst op een doorgang onder de muur. Plots duikt ook Lilita's moeder op. De bewakers willen haar vatten maar ze kruipt vliegensvlug in de levensboom. Vader verhindert dat de boom wordt omgehakt. Dan volgt er een mooi beeld: "Als twee mensen die elkaar ooit liefhadden elkaar terugzien, ontstaat er een kortsluiting....Daar waren ze eindelijk weer bij elkaar: mijn moeder en mijn vader. Twee soorten klei die elkaar bijna deden barsten. En toch waren ze in één ding volkomen gelijk: ze waren mijn ouders, allebei... Die ene seconde had ik tegelijk een vader en een moeder." Ook Barnstad verandert nu de poorten geopend worden en hoe het verder zal gaan met vader en zijn tweede vrouw dat blijft een vraagteken.
Dit boek is als een sprookje en toch ook heel realistisch. Het gaat over liefhebben, vrijlaten, loslaten, elkaar zoeken, afstoten, terugvinden. Over ouderliefde, over vader-dochterrelatie, over dictatuur en vrijheidsdrang, over armoede en rijkdom. Volwassenen zullen er veel meer uithalen dan kinderen. Zo bijvoorbeeld de vraag van moeder aan de Eva, de tweede vrouw: "Hoe doet hij het?"
De auteur schildert met woorden; het is echt een visueel verhaal. Hij heeft ook een sterk poëtisch taalgebruik, zoals uit enkele citaten mag blijken. Echt een heel mooi boek met een aantrekkelijke kaft.