Het kleine zwarte visje
Ken je dat kinderliedje over de tien kleine visjes die naar de zee wilden? Het eindigt als volgt: “1 klein visje, dat wilde naar de zee, Da’s goed zei de moeder, maar ik ga niet mee. Ik blijf liever in de vieze ouwe sloot, want in de zee zitten haaien en die bijten je DOOD.” Dat kinderliedje kwam geregeld in mijn gedachten op bij het lezen van deze fabel over het dappere, kleine, zwarte visje dat zijn drang naar vrijheid en wijsheid bekoopt met zijn leven. Of misschien toch niet, want het verhaal heeft een ietwat raadselachtig einde, waarin gemeld wordt dat er nooit meer iets vernomen werd van het visje. Maar onder degenen die het verhaal van oma Vis te horen krijgen, zit weer een klein visje klaar dat uit haar begrensde, vertrouwde wereldje wil breken. In zijn geheel trouwens een bevreemdend boekje, dat gelukkig enige duiding meekrijgt achteraan in het boek. Blijkt namelijk dat dit verhaal al dateert uit 1968 en gezien werd en wordt als een pleidooi voor het streven naar zelfontplooiing. Jarenlang werd dit door een dorpsleraar geschreven verhaal aanzien als een aanklacht tegen het Iraanse regime, een aanklacht die spijtig genoeg vandaag nog steeds actueel is. Ondanks of misschien dankzij het feit dat dit boek jarenlang verboden was, groeide het uit tot een houvast voor vele mensen. De sobere zwart-wittekeningen van Korneel Detailleur passen wonderwel bij dit verhaal dat ons laat zien dat we de wereld niet in zwart-wit moeten zien. Een starre zienswijze heeft immers nog nooit geleid tot vooruitgang. Zonder de nodige uitleg valt te vrezen dat dit boekje enigszins vrijblijvend zal blijken te zijn voor kinderen, een vertelseltje waarin het slimme visje geconfronteerd wordt met domme waterbewoners. Laten we in ieder geval hopen dat er altijd genoeg mensen zullen zijn die een klein, zwart visje willen zijn. De Arabische lente lijkt het gelijk van Samad Behrangi te bewijzen …