Het mes dat niet wijkt

Op “nieuwe wereld” is het leven van de kolonisten hard. De oorspronkelijke bewoners, ook wel Spakkels genoemd, zijn in een oorlog bijna allemaal omgebracht. Er zijn geen moderne middelen en ze zijn afgesloten van de planeet waar ze vandaan komen. Bovendien zijn de gedachten van alle mannen voor iedereen hoorbaar en ook dieren denken hardop. Dat levert een continu allesoverheersend geluid op waaraan niemand kan ontsnappen. Er is geen enkele vorm van privacy. Maar toch zijn er heel veel geheimen.
Todd Hewitt is de laatste jongen in Prentisstown. Een maand voordat hij op zijn dertiende verjaardag een man zal worden, hoort hij voor het eerst stilte. Hij slaat op de vlucht en ontmoet Viola. Zij is de enige overlevende van een verkennersschip dat naar nieuwe wereld werd gestuurd. Langzaam maar zeker ontdekt Todd de vreselijke waarheid over Prentisstown, over wat er met de vrouwen van het dorp gebeurde en hoe je er man wordt. Burgemeester Prentiss jaagt het tweetal achterna en vormt op zijn weg een waar leger.
Het boek wordt vanuit het standpunt van Todd verteld. Zijn taalgebruik is beperkt, primitief maar ook authentiek. Als lezer hoor je als het ware de niet aflatende gedachtenstroom van hemzelf en van alles en iedereen die hij tegenkomt. Ook in het lettertype komt het geluid tot uitdrukking. Het verhaal voert je mee in een wervelende stroom van gevoelens en gedachten, van spanning, actie en gruwelijkheden. De beproevingen van de twee jongeren zijn zowel fysiek als psychologisch bijzonder heftig. Onvoorspelbaar en goed opgebouwd verhaal, origineel in al zijn facetten. Dit is het eerste boek in de Chaos-trilogie.