Het moemonster
Hannah heeft een moemonster. Dat is iets zoals het klinkt. Een groot monster maakt haar moe. Hoe kan ze dit dragen, hoe geraakt ze de dag door? Dit prentenboek vertelt zoals een goed prentenboek dat doet: met prenten. De eerste pagina’s starten al heel sprekend. De last die Hannah voelt, is als een olifant. De witte olifant is een log, leeg maar toch zwaar ding dat Hannah tegenhoudt te functioneren in het dagelijks leven. Op een dubbele pagina krijgen we te zien dat dit dag in dag uit, elk uur van de dag aanwezig is. Hannah haar manier om hier mee om te gaan is fantasie. We zien Hannah op de volgende pagina’s in veel vrolijke speelse vormen. Als superheld, danseres, … op meerdere pagina’s zien we een vrolijke Hannah genieten van haar fantasie. Ze vliegt rond in een wereld waar zij controle over heeft. Het wordt ook duidelijk dat Hannah dit alles tekent en dat ze daar een mooi talent heeft ontdekt. Op het einde van het verhaal is die logge, zware last daar weer, want helemaal weg gaat die nooit.
Dit is een fijn en mooi verhaal om met kinderen een niet evident onderwerp te bespreken. Hoe gaan kinderen met een last om. Die last wordt niet echt benoemd, dus je kan hier met veel verschillende doelgroepen aan de slag. Ook de manier waarop dit gevisualiseerd wordt is op kindermaat. De variaties in kleur en patronen, of het gebrek eraan, activeren je eigen interpretatie en fantasie. De kracht van verbeelding kan sterk zijn. Toch maakte ik me op het eind een bedenking die me niet meer losliet. Het is goed je eigen fantasie en talent te gebruiken om je demonen te verdrijven, maar het voelt in dit boek echt als een vlucht aan. Voor even is dit prima, maar het is jammer dat het zo eenzijdig blijft.