Mara is een meisje van tien jaar.Op een dag vertelt haar moeder dat ze ziek is, erg ziek. Mara verstaat er niks van. Haar mama ziet er niet ziek uit. Ze voelt wel dat haar ouders zich anders gedragen. Papa huilt zelfs af en toe. Maar Mara heeft zo zelf haar kleine probleempjes, zoals erbij willen horen op school. Ze wil niet saai overkomen bij sommige hippe klasgenootjes en daarom doet ze wel eens dingen die haar ouders zeker niet zouden goedkeuren. Papa heeft tegenwoordig veel meer aandacht voor mama dan voor haar en haar broertje en Mara is opstandig omdat ze niet genoeg in het middelpunt staat. Mama vertelt haar dan haarfijn alles wat ze weet over haar ziekte. Zo ziet mama haar ziekte als een monster in haar lijf waartegen gevochten moet worden. De medicijnen die ze moet nemen zijn vergif die haar kaal maken. Mara schaamt zich voor haar moeder in het bijzijn van haar vrienden. Haar kleine broertje Kris blijft het meest realistische ventje. Hij doet zijn ridderpak aan en zal het monster eens te lijf gaan. Dit boek geeft kinderen een klare kijk op het omgaan met borstkanker. Het is gevoelig maar ook humoristisch geschreven. Je leest het in één ruk uit. Marleen Mutsaers kan zich goed inleven in de denkwereld van kinderen.