Dit boek is erg toegankelijk geschreven. Het is verre van volledig maar bevat meer dan voldoende informatie om alvast de honger van nieuwsgierige muzikantjes in spe te stillen. De teksten zijn erg vlot, haast alsof je aangesproken wordt door de auteurs. Die weten blijkbaar goed hoe het is om als kind een instrument te leren spelen en hoe zwaar het soms is om elke dag te oefenen. In totaal zijn er negen grote hoofdstukken. Eerst wordt er uitgelegd wat muziek is en hoe mensen daarop reageren, vervolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: muzikaliteit, zelf muziek leren spelen, instrumenten, soorten muziek, samenspel, wat er allemaal in je lichaam gebeurt als je muziek beluistert of speelt, het notenschrift en tenslotte het spelen voor publiek. De hoofdstukken ‘instrumenten’ en ‘soorten muziek’ zijn het meest uitgebreid. De instrumenten worden ingedeeld in instrumentenfamilies. Een korte maar duidelijke technische uitleg verklaart hoe het instrument werkt. Er is zelfs een richtlijn vanaf welke leeftijd je het instrument zou kunnen bespelen. Het boek wordt opgefleurd door tips (vb. tien tips tegen plankenkoorts), weetjes over bepaalde componisten of gewoon gekke feiten uit de wereld van de muziek. Ook zijn er heel veel citaten opgenomen van jonge kinderen die zelf met muziek bezig zijn. Soms zijn die uitspraken wel grappig, maar eigenlijk zijn ze overbodig en te vaak nietszeggend. De illustraties vallen wat tegen qua stijl maar dat is in dit boek niet het hoofdpunt.