Het Sinterklaas Boek / Het Kerst Boek
In dit dubbelboek volgen we Otje en zijn jongere zusje Nenny in de aanloop naar Sinterklaas en de komst van de Sint. Draai je het boek om dan kun je verder lezen over de voorbereiding van Kerstmis en het eigenlijke feest. Het sinterklaasgedeelte begint bij de aankomst van de boot met de Sint. Otje kan al schrijven, hij heeft zijn brief zelf geschreven en dichtgeplakt. Zo weet hij alleen wat het speciale cadeau is dat hij vraagt. De spanning wordt mooi opgebouwd. Zoals bij de meeste kinderen gaat uitkijken naar de Sint gepaard met blije en ook een beetje angstige verwachting: hoe zit dat met die zak en die roe? En zou hij weten dat ik toen ...? Otje en Nenny wonen in een warm gezin. Papa vertelt over hoe het was toen de Sint bij hem kwam toen hij klein was. Met mama gaan ze winkelen en ze lopen verloren in het warenhuis, maar de Sint en de pieten zorgen ervoor dat ze mama terugvinden. Er staan zeventien opeenvolgende verhaaltjes in dit gedeelte. De meeste verhaaltjes, goed voor een voorleesbeurt, worden afgewisseld met een van de elf sinterklaasliedjes voorzien van muziek. Dit sinterklaasdeel is geschikt voor kinderen vanaf het eerste leerjaar. Het kan een aanzet geven om brieven te schrijven aan de Sint of om de Nederlandse gewoonte om versjes te schrijven bij een cadeau ook te proberen. In het kerstgedeelte staan tien verhaaltjes en acht kerstliederen. De toon van de verhalen is ernstiger en richt zich tot iets oudere kinderen, vanaf acht jaar. In de klas van Otje zit een Wibo. Op de laatste schooldag voor de kerstvakantie verstoort die het kerstverhaal door de roepen dat God niet bestaat en dat Kerstmis flauwekul is. De juf reageert onpedagogisch door heel boos te worden. Maar Otje weet dat Wibo's mama al anderhalf jaar ziek is en in het ziekenhuis ligt. De schrijver laat ook veronderstellen dat de uitval van de juf te maken heeft met persoonlijke problemen. Kortom, in de aanloop naar Kerstmis staan menselijke tekorten en begrip ervoor op het voorplan. Otje is een zeer empathisch jongetje; hij troost Wibo en gaat met hem mee naar huis. Wibo's vader is schilder en de tegenstelling met Otjes ordelijke en gezellige huis is groot. Wibo moet zijn plan trekken. Otje ontdekt dat niet alle kinderen het zo goed hebben als hij. En Kerstmis vieren hij en Nenny bij Wibo en zijn vader. Die maakt er een heus kinderatelier van en Otje weet nu wel zeker dat Wibo's vader Kerstmis geen flauwekul vindt. Deze verhalen verschenen voor het eerst in 1998. Toen betaalden we nog niet in euro, maar het is storend dat in deze uitgave ook nog met guldens en rijksdaalders betaald wordt. Verder zijn deze verhaaltjes, licht christelijk geïnspireerd, zeer geschikt om voor te lezen thuis en in de klas. De liedjes zijn een meerwaarde.