Het spel
Wanda is een tienermeisje dat impulsief in een camionette stapt zonder te weten waar ze naar toe gaat en zonder dat iemand anders ervan op de hoogte is, behalve dan de jongen die haar een paar minuten ervoor had aangesproken. Dat is de start van het boek en geleidelijk aan kom je te weten wie die camionette bestuurt, naar waar ze rijden, wie de jongen is en waarom Wanda erin is gesprongen. Wanda wil het gestolen schaakspel van haar vader terugbrengen. Maar dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn. Enerzijds omdat het schaakspel zeer veel waard is en dus zeer gewild, maar ook omdat er meer mee gemoeid is dan enkel de geldwaarde van het spel. Het spel zit verweven in het familieleven waar Wanda is terechtgekomen, namelijk het gezin van de jongen waar ze verliefd op geworden. Zo creëert ze een dubbelleven; enerzijds wil ze haar schaakspel terug — wat ze er ook voor moet doen. Anderzijds is ze volledig in de ban van de jongen die familie is van de dieven. Hoe langer ze een rol moet spelen, hoe meer ze zichzelf leert kennen. Via talrijke flashbacks kom je als lezer te weten wie Wanda echt is, waarom ze bepaalde zaken doet of juist niet doet. Het is één groot avontuur dat ze beleeft: ze slaapt buiten op het strand, komt bij een oude rijke man terecht met grommende honden, bezoekt musea en krijgt onverwacht een aanbidder.
De spanning zit meteen in het boek en gaat er niet meer uit, je blijft geboeid lezen. Ook de manier en de uitgebreidheid waarmee de andere personages worden beschreven, zorgen ervoor dat het lijkt alsof je ze al jaren kent. Een tof verhaal, met voldoende variatie en een goed niveau van spanning dat blijft behouden doorheen het ganse boek.