Het Spokentrio
Vijf voor twaalf
Dit 102 pagina’s tellende boek draait om spoken, maar richt zich vooral op humor in plaats van spanning. De auteur bereikt dat door uitgebreide beschrijvingen en relatief weinig verhaalontwikkeling. Tot bladzijde 15 worden de personages op een luchtige en komische manier geïntroduceerd. Daarna volgt een uitvoerige beschrijving van het kasteel en de gewoontes van het spokenleven, doorspekt met talrijke zijsprongen die voor sommige lezers hilarisch zullen zijn.
Wie een verhaal wil lezen, heeft enig doorzettingsvermogen nodig. Pas op pagina 35 begint het echte verhaal, dat meerdere verhaallijnen omvat. Een diepgaande uitwerking blijft uit – begrijpelijk gezien het beperkte aantal pagina’s en de vele illustraties. Bovendien is de schrijfstijl speels en vol zijwegen, waardoor het verhaal erg oppervlakkig blijft.
De voornaamste verhaallijn draait om een journalistieke oom die in de problemen is gekomen door zijn verslaggeving over vluchtende spoken. Op de dag dat hij plots verdwijnt, verhuist er net een meisje met haar vader naar het kasteel. De drieling uit het spokengezin raakt al snel bevriend met haar. Opmerkelijk is dat zij als enige mens de spoken daadwerkelijk kan zien en uit zichzelf al heel wat weet over hun wereld. Of die gebeurtenissen iets met elkaar te maken hebben, of alles goed afloopt, en welke andere verrassende wendingen er nog genomen worden, ontdek je best zelf.