Het verhaal van een prinses en een pistool

Pim groeit op bij haar oma. Met haar ouders heeft ze geen contact. Wanneer de oma van Pim overlijdt, staat Pim er alleen voor. Gelukkig heeft Pim's oma gespaard. Pim kan opgevangen worden in het prestigieuze internaat Bergdwaal. Daar worden alleen meisjes uit vooraanstaande families toegelaten. Bij de inschrijving komt Pim te weten dat haar 'oma' eigenlijk niet haar biologische grootmoeder was. De directrice van het internaat laat Pim weten dat ze als baby is achtergelaten bij de vuilcontainer van het ziekenhuis. Pim wil meer te weten komen over haar afkomst. Ze zou graag de adoptiepapieren in handen krijgen om er meer informatie uit te halen. Ze krijgt hierbij hulp van haar vriendinnetje Molly. De directrice blijkt echter al snel een hekel te hebben aan Pim en dwarsboomt haar plannen. Vastbesloten om haar ware afkomst te achterhalen, schakelt Pim privédetective Valetta in. Hoewel Valetta aanvankelijk terughoudend is, besluit ze uiteindelijk Pim te helpen. Valetta confronteert de directrice met de manier waarop ze leiding geeft aan het internaat en neemt Pim mee naar haar eigen huis. Samen ontrafelen ze een web van geheimen en ontdekken ze dat Pim mogelijk de dochter is van het koningspaar. 

Het verhaal start met de gelijktijdige geboorte van Pim, de dochter van het koningspaar en van haar nichtje, de dochter van Rebekka de Joncker en Antonie. Bij de geboorte worden ze verwisseld. Je weet dus van bij het begin hoe de vork in de steel zit. Toch weet de auteur er een spannend verhaal van te maken. Zal Pim tijdig haar afkomst te weten komen? Ook tijdens het boek wordt regelmatig afgewisseld tussen het verhaal van Pim en het verhaal van de plannen die op de achtergrond tegen Pim gesmeed worden. Het boek bestaat uit drie delen en zesendertig hoofdstukken. Zowel in de prachtige illustraties als in de tekst is er veel humor te vinden. De taal is heel mooi, met veel dialogen, uitdrukkingen (er gaat een olifant op m'n borst zitten, tenminste, zo voelt het), en gedetailleerde beschrijvingen. Het is een plezier om zelf te lezen als geoefende lezer of voor te lezen aan jongere kinderen. De titels zijn grappig (helaas, pindakaas!) en goed gekozen. Ze lichten soms al een tipje van de sluier op (het liefst trek ik nu een zak over m'n hoofd – niemand rouwt om een dooie dierenbeul). Het aantal personages blijft beperkt wat de vlotte leesbaarheid tegemoet komt. Voor mij was dit boek een modern sprookje, heel aangenaam en ontspannend om te lezen.