Plopsie, Mopsie, Wipstaart en Pieter zijn vier konijntjes die met hun moeder in een diep hol onder de wortels van een grote, dikke dennenboom wonen. Ze mogen buiten spelen maar niet in de tuin van Meneer Verhoef. Mevrouw Verhoef heeft immers ooit van hun papa een pastei gemaakt. Flopsie, Mopsie en Wipstaart gaan braaf bosbessen plukken. Pieter is een echte kwajongen; hij kruipt in de tuin van Meneer Verhoef onder het hekje door. Hij eet wat sla en snijboontjes en begint daarna aan de radijsjes. Al gauw botst hij op Meneer Verhoef. In paniek begint Pieter te rennen, maar hij vindt het hekje niet meer en raakt met de knopen van zijn jasje verstrikt in het net over de bessenstruiken ...
Het verhaal van Pieter Konijn van Beatrix Potter is nog steeds een monument. De illustraties zijn gewoon prachtig en de pop-ups maken het vertellen spannend. Er zijn ook allerlei flapjes die Pieter, de overige personages, de vissen, de poes,...  in beweging brengen. Een hebbeding voor visueel ingestelde hedendaagse kinderen en een stukje nostalgie voor hun ouders en grootouders.