De lente begint en de meeste vogels zijn hun nestje al aan het bouwen. Alleen de kleine groenling niet: hij is nog op zoek naar een vrouwtje, maar hij is te verlegen om de vraag te stellen 'Wil je met mij trouwen?'. En vrienden zouden geen vrienden zijn als ze hem niet hielpen. 

Een heel mooi en grappig prentenboek dat bol staat van vogels en hun gekwetter tussen al dat frisse lentegroen. Het verhaal begint spannend: een tak, een blad met daarop een klein vogeltje dat zeer bedrukt kijkt. Hij zoekt steun bij zijn vriendjes en vraagt of ze hem een middel kunnen aanreiken om zijn liefde aan het vrouwtje te verklaren. En ja, hoor: Merel komt aangevlogen en groenling fluistert in zijn oor "Wil jij aan het groenling vrouwtje vragen" enz. Maar door de vele geluiden in het bos verstaat de merel hem verkeerd en zegt tegen de roek wat hij niet moet zeggen en de roek vliegt naar de volgende om dezelfde vraag door te geven ... De misverstanden stapelen zich op. Maar eind goed al goed: de groenling vindt zijn vrouwtje.

De illustraties van Liesbeth Celie passen zeer goed bij de tekst. Ze zijn vrolijk en helder en er zit humor in. En spreken niet alle vogels tot de verbeelding?

Een vrolijk verhaal met als insteek een spelletje dat we als kind allemaal wel speelden, nl woordzinnetjes maken en ze doorfluisteren in iemands oor tot de laatste van de kring luidop herhaalt wat de eerste begonnen is, iets wat een gek maar hilarisch resultaat oplevert.