Het Zwarte Leger
De veertienjarige Arturo woont met zijn vader in Adragón, een bibliotheek waar duizenden boeken en kunstwerken uit en over de middeleeuwen bewaard worden. Het water staat hen aan de lippen. En tot overmaat van ramp proberen sluwe haaien hun de bibliotheek te ontfutselen omdat ze geloven er de steen de wijzen te kunnen vinden. Ook op school heeft Arturo problemen: hij wordt gepest omdat hij een ‘A’ op zijn voorhoofd heeft staan. En daar houdt het niet mee op, want ook op de rest van zijn lichaam lijken letters getatoeëerd te zijn. Gelukkig is er Matafora, de dochter van zijn nieuwe leerkracht, die hem steunt. ‘s Nachts droomt Arturo dat hij de hoofdrol speelt in een middeleeuws avonturenverhaal, met magiërs, tovenaars, draken, ridders, koningen, koninginnen … In beide werelden zijn boze krachten erop uit het geheim van Arquimaes, een wijze alchemist én beschermheer van Arturo, te bemachtigen: de formule voor eeuwig leven. De vreemde letters op het lichaam van Arturo spelen hierin een cruciale rol. Dit boek bevat alle ingrediënten voor een spetterend, adembenemend, historisch en vooral episch avonturenverhaal met knipoogjes naar horror en dark fantasy. Toch ontgoochelt het, vooral door de archaïsche taal, de inconsistente typering van bepaalde karakters en de totaal ongeloofwaardige, veelal karikaturale personages. Dat geldt vooral voor de gebeurtenissen in het heden; de nachtelijke avonturen van ridder Arturo zijn daarentegen best spannend en ook de personages zijn heel wat beter uitgewerkt. Toch is het mij, zelfs na bijna 600 pagina’s, nog altijd niet duidelijk, wat het fameuze geheim van Arquimaes waar alles om draait nu eigenlijk is. Doodjammer.