Hieper de Pipo
Het liefste stuiterballetje ter wereld
Het hondje Pipo is net een stuiterballetje. Hij rent, hupt, rolt, struikelt ... zijn lichaam is één brok energie. En in zijn hoofd flitsen de gedachten in een razend tempo. Op school is hij zo vlug afgeleid dat hij een taak niet behoorlijk afmaakt. Hij raakt verstrikt in alle prikkels die op hem afkomen. Hij zegt ook weleens “ja” terwijl hij “nee” bedoelt of omgekeerd. Pipo ontdekt dat hij geholpen is met yoga. Op school helpt de juf hem om zijn taakjes met stapjes af te werken en thuis krijgen al zijn spulletjes een vaste plek. Hij is ook erg goed in tekenen en bedenken van nieuwe dingen ... Bovenal blijft Pipo het heerlijk buitelend hondje.
In dit prentenboek wordt de problematiek van hyperactief gedrag helder en eenvoudig toegelicht met een heel actief hondje. Eerst ziet de kleuter hoe het hondje geen blijf weet met zijn energie en hoe zijn gedachten door allerlei prikkels afgeleid worden. Er worden oplossingen aangereikt, zoals yoga en taken uitvoeren met een stappenplan. Het hondje krijgt een dagstructuur aangeboden en thuis krijgen zijn spulletjes een vaste plek. In het verhaal zit een kleine contradictie: de eenvoudige voorstelling van het levendige hondje is heel begrijpelijk voor een kleuter van 4 jaar en verderop krijgt Hieper de Pipo een rekensommetje aangeboden op niveau van een 7-jarig kind. Een stappenplan in 5 fasen is ook weer gericht op een ouder kind, terwijl een kleuter leert omgaan met structuur via heel eenvoudige prentjes of symbolen. Het stoort niet echt, je zou het als een groeiproces in het bijsturen van Pipo kunnen opvatten.
De speelsheid van het levendige hondje komt in het hele boek bijzonder mooi en vrolijk over. De illustraties zijn schattig, vertederend en heel expressief. De tekst sluit er precies goed bij aan: korte zinnetjes, eenvoudig, duidelijk en direct. Je merkt dat de schrijfster dit thema goed heeft onderbouwd. Hoe Pipo zich voelt is prachtig getekend: je leest de onschuld, zijn enthousiasme, zijn positieve inzet zó van zijn gezichtje af. Het is knap hoe het probleem van hyperactief zijn, zo duidelijk en eenvoudig wordt uitgelegd, helemaal gericht op de belevingswereld van een jong kind. De vergelijking met een pingpongballetje is knap bedacht en heel beeldend.
De auteur heeft mooi aangetoond hoe energiek gedrag ook tot andere kwaliteiten leidt. Het hondje kan erg mooi tekenen, is heel creatief en vindingrijk. De identificatie van overbeweeglijk gedrag situeren met een hondje zal kinderen aanspreken. Verrassend ook, als je verneemt dat het verhaal geïnspireerd is door een echt, hyperactief Bordercolliehondje. Op de achterflap zie je Pipo op een foto weergegeven en de illustraties lijken helemaal op het echte hondje.
De verteller zal telkens details en subtiele hints ontdekken. Zo heb je bijvoorbeeld de wijze raad van een oma: “Eerst denken, dan doen”. Grootouders kunnen veelal goed omgaan met drukke kleuters en blijven er rustig bij. Kinderen die hiermee zitten, zullen met plezier zichzelf in Pipo herkennen. Het hele gebeuren zit verweven in een positief, blij gevoel en het eindigt met een sterke opkikker: welke hulpmiddeltjes men ook aanreikt, Pipo wordt iets minder hyper, maar hij blijft zichzelf, waarbij hij zeker af en toe nood heeft om zich uit te leven.