Hop! Luis in galop!
Door de ogen van een luis wordt verteld hoe luisjes leven, zich snel verspreiden en in aantal toenemen. Een luisje waant zich in het stroblonde haar van een jongetje als op een stokpaardje, dat hem overal heen brengt. Als het luisje triest is, wordt het gekriebeld. Hij voelt zich reuzefijn en nodigt zijn luizenkameraadjes uit om bij hem te komen wonen. Maar die massa luizen veroorzaakt zoveel jeuk dat het 'stokpaardje' er wild van wordt en de luizen verspreiden zich over talloze kinderhoofdjes in de klas.
De luizenplaag wordt heel expressief voorgesteld. Het boekje dient als een soort waarschuwing maar brengt geen oplossing. Er wordt niet aangegeven hoe je de luizen kwijt kunt. Er wordt gesuggereerd dat luizen van het ene hoofdje op het andere springen. Dat klopt niet, luizen kunnen alleen maar kruipen. Het verhaal op zich is weinig boeiend. Het is ook vreemd dat er altijd van een 'stokpaardje' gesproken wordt. Kennen kleuters dat wel? Eén keertje staat er 'paard' en 'lievelingspaardje' en er is ook een cowboyhoed te zien. Dit was een meer passende vertaling geweest. Het boekje kan dienen om in klasverband het luizenprobleem te bespreken.