Anthony Horowitz is een meester in het schrijven van griezelverhalen: ze beginnen steeds als een verhaal over doodgewone gebeurtenissen, maar gaandeweg slaat de toon om in griezel en huiver, vaak pas helemaal op het einde. Dit boek is een heruitgave van twaalf verhalen. De gruwel zit verborgen in dagdagelijkse dingen, en dat maakt het extra eng en mysterieus: een fototoestel waarmee je dodelijke foto’s maakt, een antieke victoriaanse badkuip die tot moorden aanzet, een computer die de winnaars van de paardenraces voorspelt, ... Deze verhalen zijn zeer visueel en in een vlotte, soepele stijl geschreven. Je ziet het als het ware voor je ogen gebeuren. Horowitzs activiteiten als scenarioschrijver zullen daar niet vreemd aan zijn. Altijd weer opnieuw slaagt Horowitz erin binnen het korte tijdsbestek van een verhaal je de rillingen over het lijf te laten lopen, zij het steeds met een tikkeltje typische Horowitz-humor. Dit is een boek om met mondjesmaat onder je deken te lezen, zodat je er huiveringwekkend lang van kan genieten.