Het is de eerste dag van de zomervakantie en Dup, het zoontje van rijke en heel druk bezette ouders, verveelt zich al. Dups ouders moeten de volgende dag voor het werk naar Italië. Het is geen vakantiereis en Dup kan zeker niet mee. Vader vindt per toeval een aantrekkelijke advertentie voor 'Hotel Kindervreugd'. De advertentie stelt dat er opnieuw een plaatsje vrij is. Dups ouders bellen en nog dezelfde dag droppen ze Dup voor de poort van het hotel. Ze hebben zelfs geen tijd om mee naar binnen te gaan want anders zijn ze te laat voor het vliegtuig. Dups hoop dat het een super-de-luxe-hotel is wordt vlug de grond ingeboord. Hij wordt ontvangen door twee grote blaffende honden en door de tuinman Klaas. Eenmaal in het gebouw ontmoet hij Isabella die hem vriendelijk vraagt zijn kleren en schoenen uit te doen en een shirt met een logo van Hotel Kindervreugd aan te trekken. En dan begint de hel. Hij wordt naar een klas geleid en daar ontmoet hij juffrouw Prunella, die het hotel leidt. In het gebouw mag niet gelachen, niet gespeeld en niet gesnoept worden. Prunella is een echte feeks, die er steeds over waakt dat haar tien geboden worden nageleefd. Dup leert echter de andere kinderen, waarvan sommigen al jaren zijn achtergelaten door hun ouders, beter kennen. Ze ontdekken de reden waarom Prunella zo’n hekel heeft aan kinderen en met de hulp van Isabella smeden ze een plan. Prunella wordt verslagen en moet het gebouw, achterna gezeten door de twee grote honden, ontvluchten. Dup en zijn vrienden besluiten om in Hotel Kindervreugd te blijven.
Het is een vlot lezend verhaal, bevolkt met levendig beschreven personages. Het is lekker griezelig, spannend en vertoont verrassende wendingen. Juffrouw Prunella is een echte bitch, een echte kinderhaatster. Maar door samen te werken en veel verbeeldingskracht slagen de kostgangers er uiteindelijk in om haar naar een ver eiland te sturen. Een kinderloos eiland!