Iedereen zag een kat
Dit prentenboek oogt zeer aantrekkelijk. Het begint met dit refrein dat in het verhaal enkele keren herhaald wordt: 'De kat liep door de wereld, met zijn snorharen, oren en poten...'. Iedereen ziet de kat, maar wat ze zien hangt af van hun ogen, hun standplaats, hun geaardheid en/of hun gevoelens. Voor een kind is de kat een aaibaar huisdier, de hond kijkt met heel andere ogen naar de kat. Dat geldt ook voor de vos en de kat verandert voortdurend van vorm en kleur. Voor de goudvis in zijn bokaal worden de begerige kattenogen nog eens sterk vergroot en een muis ziet bloedstollende beelden. De hommel ziet met elk van haar facetogen een stukje van de kat wat een pointillistisch effect geeft. De vogel kijkt vanuit vogelperspectief en de vlo ziet een stekelveld van haren. Zo volgen nog de slang, het stinkdier, de worm, de vleermuis. Iedereen zag de kat, maar iedereen zag maar een gekleurd stukje van de kat en als je al die deeltjes samenvoegt dan krijg je een bonte lapjeskat. En de kat kende iedereen (dacht ze) tot ze bij het water kwam en weet je wat hij zag? Dit is een kleurrijk verhaal over zien en gezien worden. Het nodigt kleuters zeker uit om hun eigen verhaal te tekenen.