Ik ben echt niet bang

Iedereen herkent het gevoel van bang te zijn in het donker, voor spinnen of voor monsters onder het bed. Ook Lana, die aan de ingang van een spookhuis staat, is doodsbang. Samen met twee klasgenoten gaat ze het spookhuis binnen. In het begin is Lana angstig, maar tijdens haar wandeltocht doorheen het spookhuis, neemt haar schrik af. Ze kijkt op een andere manier naar alle enge dingen om haar heen en er verschijnt een glimlach op haar gezicht. “Lana is niet bang en dat wist ze allang”. In tegenstelling tot haar klasgenootjes drentelt Lana rustig door het enge spookhuis. Het spookhuis is niet zo griezelig als ze eerst dacht.

Het totaalpakket klopt: zowel de illustraties, lettertype als inhoud van het boek sluiten uitstekend op elkaar aan. De kleuren van de illustraties zijn verrassend en nemen de lezer mee in de sfeer van een spookhuis. Desalniettemin heeft de illustrator kansen laten liggen. De balans tussen ‘eng’ en ‘niet eng’ of ‘echt’ en ‘onecht’, zoals het verhaal beschrijft, komt niet terug in de tekeningen. De voor- en achterflap bieden een leuke afwisseling, maar die creativiteit komt niet terug in het boek. Het boek is geschreven in rijmvorm, maar ondersteunt het verhaal niet. Ondanks het geknutselde rijmen, houdt het verhaal stand.

‘Ik ben echt niet bang’ is het ideale boek voor kinderen die bang zijn en dit als hinderlijk ervaren. Dat bang zijn gaat over hoe je de wereld rondom je ziet, komt goed naar voren. Het boek slaagt erin dit thema op een gepaste manier bespreekbaar te maken, hoewel de uitwerking beter kon.