In dit boek is de eigenwijze Kaat uitvinder. Ze legt eerst uit wat een uitvinder doet en welke eigenschappen een uitvinder moet hebben. De vuilnisbelt is een goudmijn voor elke uitvinder, zegt ze. Ze heeft al honderd uitvindingen op haar naam staan maar die geven wisselende resultaten. Of haar mama altijd even gelukkig is met Kaats exploten, is twijfelachtig. Daarom gaat ze voor moederdag een automatische rommelopruimer maken. Als mama letterlijk tegen de zoldering vliegt bij het openmaken van haar cadeau, maakt Kaat gebruik van bestaande en beproefde uitvindingen als daar zijn: een zetel, thee, koekjes en een dikke knuffel. En ze zegt: "Als jij het niet wilt, word ik later geen uitvinder, hoor ... ik word later moeder. Van net zo'n leuk meisje als ik!" Kaat gaat helemaal op in haar fantasie, interpreteert de signalen van haar mama verkeerd, maar beseft op het eind toch dat ze wat te ver is gegaan. De tekeningen zijn net zo wild als de impulsieve Kaat. Ze laten goed zien hoe Kaat met allerlei waardeloos materiaal haar uitvindingen in elkaar knutselt en welke onverwachte resultaten dat oplevert. Ook leuk zijn de bijschriften in Kaats handschrift en de verbodsbordjes die overal opduiken. Een leuk boek om zelf te lezen vanaf het tweede leerjaar en om voor te lezen aan de oudste kleuters.