Naat is een jongetje van zes jaar. Hij zit op school bij juf Pat. Naat vindt het niet altijd gemakkelijk om zich aan te passen aan de schoolse activiteiten. Naat let soms niet op. Dan gilt juf Pat. Naat gilt ook. Hij vindt het niet eerlijk want hij mag niet gillen en juf Pat wel. Waarom mag zij dat dan wel?
Het boek is een aaneenschakeling van korte verhaaltjes over hoe kinderen met elkaar omgaan. Juf Pat leert de kinderen op een leuke manier rekenen: bij het aftrekken speelt zij de dief die stippen steelt. Ze gaan zwemmen met de klas. Naat is boos en krabbelt in een boek. Er is ook een feest waar Naat liever niet aan meedoet. Naat heeft immers niet graag dat het druk is. Soms is het al druk genoeg in z'n hoofd. De korte hoofdstukken nemen telkens ongeveer twee bladzijden in beslag. Bij elk verhaal hoort een grote illustratie met eventueel nog een kleine tekening bij. De kinderen zullen de situatie in één of meerdere verhaaltjes wel herkennen.
De namen zijn heel bizar: Naat, Heit, Joen, Malik. De tekst is heel kort met eenvoudige zinnen. De letters zijn vrij groot gedrukt. Het geheel wordt zonder emoties, zonder humor, zonder spanning gebracht. Het is niet altijd gemakkelijk om op een bepaald leesniveau te schrijven (in dit geval AVI 3), maar het geheel komt op deze manier wel heel koel over. Het blijft bij technisch lezen.