Ik ben Raaf
Marieke is zestien en zwanger. Haar vriend Will, die zichzelf 'Raaf' noemt, vertrekt met de noorderzon. Hoewel de toekomst in één klap een ander uitzicht krijgt, houdt ze zich dapper staande. Maar dapper zijn is niet genoeg. Naarmate haar buik groeit, groeit ook het ongeduld en het verlangen om Will weer te zien. De realiteit blijkt echter zwaarder te wegen dan haar verlangen. Will blijft spoorloos en bovendien krijgt Mariekes zusje een dodelijk ongeluk. Al deze dingen beletten niet dat na negen maanden de baby geboren wordt. Iny Driessen beschrijft de emoties van Marieke en haar zoon Thomas Goyvaerts neemt de levenswandel van Will voor zijn rekening. Dat Marieke geen abortus wil, blijkt van meet af aan geen evidente keuze. Ze is pas zestien en haar beslissing kan op niet veel bijval rekenen. De observaties van de, voor haar leeftijd wel erg mature, puber zijn aardig geschreven maar liggen bij tijd en wijlen inhoudelijk ver van de leefwereld van een zestienjarige. Los daarvan, tref je er een gelaagdheid in aan die het verhaal diepte geeft. Anders is het met Will, een personage dat de wenkbrauwen doet fronsen. Niet alleen is hij een gepatenteerde leugenaar, hij heeft obsessieve trekken die de grens van het neurotische benaderen. De zorgvuldiger opgebouwde psychologie rond Marie wordt in één klap onderuitgehaald door de stuntelige passages over Raaf, die de lezer er in alle toonaarden van pogen te overtuigen dat hij de 'slechterik' van dienst is. Ook de tips van Raaf doen meer kwaad dan goed. Ze leggen het er zo dik op dat het geheel compleet ongeloofwaardig wordt. Less is more, heeft hier zijn doel gemist. Ondanks de ongetwijfeld goede bedoelingen van dit moeder-zoon-schrijversduo, had een kritisch oog veel kunnen voorkomen. De botte vlugschets die Goyvaerts van Raaf ophangt had beslist bijgeschaafd moeten worden door de meer geoefende hand van de auteur/moeder die Marie voor haar rekening nam. Oefening baart kunst, zullen we maar zeggen.