Ik besta!
Dit verhaal gaat over twee pubers Stan en Moon. Twee pubers die erkenning en aandacht zoeken, elk op hun eigen manier, om hun eigen reden, en met hun eigen verleden. Stan werd thuis psychologisch mishandeld door zijn vader en werd letterlijk geïsoleerd van de wereld waardoor hijzelf stilaan het noorden kwijt geraakt. Moons moeder is er op een dag vandoor gegaan. Sinds die dag zit Moon met heel wat opgekropte woede en angsten die ze niet verwoord krijgt. Haar spuitbus is haar uitlaatklep.
Wanneer Hugo (alias Stan) op een dag betrapt wordt op zwartrijden, redt Bart, de vader van Monica (alias Moon), hem uit de hachelijke situatie door zijn treinbiljet voor hem te betalen. Enkele maanden later zoekt Bart opnieuw contact met Stan. Hij wil Stans levensverhaal, dat Stan hem vertelde tijdens de treinreis, neerschrijven in een boek. Terwijl de band tussen Bart en Stan stilaan hechter wordt, groeien Bart en Moon steeds verder uit elkaar.
Het boek heeft een sterke titel dat de kern van het verhaal raakt. Ook de cover slaat aan. Hij werkt de nieuwsgierigheid van de lezer. Het verhaal boeit van begin tot einde. Tijdens het lezen wil je, net als Bart, achter het verhaal van Stan komen. Je leef mee met Moon, die onzettend worstelt met de angst om nog een ouder, een houvast te verliezen.
Wat me wel ontgoocheld heeft is de rozengeur-en-maneschijnafloop van het verhaal: alles komt goed, de relatie tussen Moon en haar vader wordt hersteld en Bart mag bij hen gaan inwonen. Niet omwille van de afloop op zich. Wel omdat dit in realiteit een ‘utopisch’ einde is dat zelden gerealiseerd wordt. Maar, misschien moeten we net daarom die optimistische kijk behouden?!